Schrijven is net als poepen. Soms gaat het zo makkelijk dat je bijna vergeet dat je bezig bent en is de klus zo geklaard. Alleen soms gaat het zó moeilijk dat je net zo lang moet drukken dat het bijna pijn doet om tot de ultieme doorbraak te komen. Hoe dan ook, we kunnen er kort of lang om zitten, niemand vindt het fijn als er tijdens de daad naar je wordt gekeken. Ga weg loerend mens naast me!
Hardop zuchtend komt ze binnen. Ze gaat naast mij op de bank zitten, maar staat meteen weer op om haar natte regenjas aan de kapstok te hangen. “Nou, nou, wat een weer hè”, zegt ze tegen me. Ik knik en bereid me voor op zo’n ouderwetse klaagzang over het weer. “Lekker weer een keer een hele dag regen”, zegt ze tot mijn verbazing. “Die verdomde klotepollen ook.”