Vakantie in een vreemd huis, het voelt toch als een soort ontdekkingsreis. Mijn tocht begint in de schuur. De hamers hangen bij de hamers, de Engelse sleutels zijn genummerd van klein naar groot en zelfs het zakmes heeft een eigen vakje. Elk stuk past precies in het silhouet dat met een viltstift op de plank is aangebracht. Eén ding is zeker: ik ben in een grote-mensen-huis.
Godskolere wat is het koud. Soms stap je weleens ergens binnen waar de verwarming zo hoog staat dat je met een warme zweterige subtropische palmboom in je gezicht wordt geslagen. Vandaag lijkt het eerder alsof ik midden in de Finse sneeuw zonder kleren naar buiten ben gestapt en een verdwaald rendier me de hele tijd zachtjes op mijn ballen blaast.