Met grote passen lopen we door de miezerende regen naar het ‘boemeltje’ vol zuidelijke zonderlingen, op weg naar huizen in plaatsen waar ik nog nooit van heb gehoord. Molenhoek, Cuijk, Vierlingsbeek. Hoe verder we reizen, hoe leger de landschappen. Ik ben jaloers op de man die blijft zitten als wij uitstappen. Hij is vast op weg naar het einde van de wereld.
Mannen en thee. Dat is net zoiets als vrouwen en whisky, bejaarden die aan een raketje likken, of seks met een condoom. Het bestaat wel, maar echt lekker rijmen doet het niet. Tenzij je ziek bent; dan mag je liters thee drinken. Op de bank onder een wollen dekentje, waar niemand je ziet. En dan het liefst een heerlijke kop kamillethee met honing, gember en een schijfje citroen.