Met grote passen lopen we door de miezerende regen naar het ‘boemeltje’ vol zuidelijke zonderlingen, op weg naar huizen in plaatsen waar ik nog nooit van heb gehoord. Molenhoek, Cuijk, Vierlingsbeek. Hoe verder we reizen, hoe leger de landschappen. Ik ben jaloers op de man die blijft zitten als wij uitstappen. Hij is vast op weg naar het einde van de wereld.
Dit is echt zo’n dag dat ik binnenblijf, een flesje wijn opentrek en met een stokbroodje brie uit het raam kijk. Je hoeft echt niets te missen van al die festivals, als je maar goed oplet. Natte kartonnetjes met bekers bier, kluisjes, tentpalen, Heras hekwerken, foodtrucks. Het is gewoon wachten op het volgende windvlaagje, dan komt het festival vanzelf naar je toe deze zomer.