Met grote passen lopen we door de miezerende regen naar het ‘boemeltje’ vol zuidelijke zonderlingen, op weg naar huizen in plaatsen waar ik nog nooit van heb gehoord. Molenhoek, Cuijk, Vierlingsbeek. Hoe verder we reizen, hoe leger de landschappen. Ik ben jaloers op de man die blijft zitten als wij uitstappen. Hij is vast op weg naar het einde van de wereld.
De afgelopen twee dagen was ik alleen thuis. Normaal woon ik samen, maar nu dus even niet. Gelukkig komt ze morgen weer terug. Het zet me alleen wel voor een dilemma. Als ik het huis helemaal spik en span opruim, denkt ze misschien wel dat ik iets te verbergen heb. Maar als ik alles gewoon laat staan, denkt ze straks dat ik een viespeuk ben. Weet je wat, volgende keer ga ík weg. Hoef ik ook die afwas niet te doen.