Met grote passen lopen we door de miezerende regen naar het ‘boemeltje’ vol zuidelijke zonderlingen, op weg naar huizen in plaatsen waar ik nog nooit van heb gehoord. Molenhoek, Cuijk, Vierlingsbeek. Hoe verder we reizen, hoe leger de landschappen. Ik ben jaloers op de man die blijft zitten als wij uitstappen. Hij is vast op weg naar het einde van de wereld.
De man en vrouw naast me zijn samen uit eten. Ze zitten lekker te kletsen, te eten en te drinken. Zij heeft een speciaalbiertje, La Chouffe, hij gewoon een tapje. “Wil je er nog een?” ,vraagt een meisje uit de bediening. Hij kijkt haar aan, daarna zijn vrouw en als zij instemmend knikt draait hij zijn hoofd quasi nonchalant terug en zegt: “Ja, doe maar”.