Met grote passen lopen we door de miezerende regen naar het ‘boemeltje’ vol zuidelijke zonderlingen, op weg naar huizen in plaatsen waar ik nog nooit van heb gehoord. Molenhoek, Cuijk, Vierlingsbeek. Hoe verder we reizen, hoe leger de landschappen. Ik ben jaloers op de man die blijft zitten als wij uitstappen. Hij is vast op weg naar het einde van de wereld.
Stoïcijns zit ze buiten op het terras voor zich uit te staren. Ja, buiten, want wij Nederlanders zijn dol op het terras. Bij de eerste zonnestraal gaan we zitten en staan we niet meer op. En ook al waaide ze vandaag uit haar groene regenjas, heeft ze het koud en zijn haar sokken nat, er is niemand die haar tegenhoudt. Wat nou herfst? Extra warmtekacheltje aan en gaan!