Er gaat niets boven een zondags ontbijt met een warm croissantje, een pruttelende percolator en op je sokken in de verse kattenstront stappen, omdat je domweg de deur hebt dichtgedaan waardoor je kleine harige huisbewoner daarom maar gewoon midden in de woonkamer op de houten vloer zijn gang is gegaan. Geef hem eens ongelijk. Goedemorgen Daantje.
Onder haar arm hangt een groene afwasteil, terwijl ze doortastend één voor één alle laatjes opentrekt. Ik denk met weemoed aan de oud-ijzerman die vroeger door onze straat fietste om alles wat grijs was bij elkaar te scharrelen. Zelfs al was het niet kapot, laat staan oud. “Wat ga je doen?” “Mijn band plakken. En dan ga ik een rondje fietsen om te zien hoe het met de lente is.”