Het is net een slak met zo’n ieniemiene lijfje en een enorm slakkenhuis op zijn rug. In werkelijkheid is het een vrouw die voortstiefelt achter een zwarte rollator. Achter haar loopt haar vriendin. Het is dat ze beide een mantelpakje met parelketting dragen, anders zou ik zweren dat ze onderling een wedstrijdje doen wie het snelst is.
Terwijl krakende hijskranen in het westen balletpasjes in de lucht uitvoeren, toeteren er auto’s en vrachtwagens in het oostelijk deel van de stad. Vanuit het noorden hoor ik fietsen met brullende kinderzitjes, althans de kinderen op de zitjes brullen en in het zuiden, in het zuiden klinkt de Dom. Maar hier midden op het dak, hier lijkt het stil. Zoals een stiltecoupé, niet roken, 2e klas.