Als de toiletdeur open gaat loopt er een lange jongen de koffiebar in. Tijdens deze grande rentree doet hij zijn haar nog even goed, hoewel hij dat vast net al voor de spiegel heeft gedaan. Zo'n drie keer. Nog net niet in slow motion keert hij terug bij twee meisjes die tegenover hem zitten te flexwerken. Zij hebben enkel alleen oog voor de Facebook van een mannelijke jaarclub. En het is niet zíjn jaarclub.
De stad waar alles kan. Waar bijna niemand is geboren, maar toch iedereen zich thuis voelt. Waar je van God los kunt, zonder dat iemand je raar aankijkt als je alleen nog in een string bovenop een rondvaartboot staat. En waar mensen in de horeca als uitsmijter zijn opgeleid. Of zouden ze ruiken dat ik uit Utrecht kom.