Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.
Mannen en thee. Dat is net zoiets als vrouwen en whisky, bejaarden die aan een raketje likken, of seks met een condoom. Het bestaat wel, maar echt lekker rijmen doet het niet. Tenzij je ziek bent; dan mag je liters thee drinken. Op de bank onder een wollen dekentje, waar niemand je ziet. En dan het liefst een heerlijke kop kamillethee met honing, gember en een schijfje citroen.