Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.
Tegenover me zijn een stel Polen driftig bezig met klussen. Ik word al drie weken wakker met het geluid van een zaag, dus ik zal blij zijn als dat klotehuis af is. Doet me denken aan de tijd dat ik nog in de Wittevrouwen woonde. Bij de eerste zonnestraal kwamen daar alle kluskoffers en zaagtafels uit de buurt tegelijk tevoorschijn. Gelukkig is het vandaag zondag. En regent het.