Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.
“White heroin sold as cocain.” Op de Dam, het Rembrandtplein, de bloemenmarkt. Overal staan dezelfde neon letterborden. Het is vast bedoeld om af te schrikken, maar het lijkt eerder op een aanmoediging. Welkom in Amsterdam, hier is een bezoek aan het Rijksmuseum hetzelfde als heroïne in je neus: a once in a lifetime experience.