Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.
Voor sommigen is het onlosmakelijk verbonden met romantiek: samen aan het aanrecht. De een wast, de ander droogt af. Een soort yin & yang met schuimend zeepsop. Een moment waarop flirtende blikken en handen elkaar per ongeluk kruisen. Ik zie alleen een overvol aanrecht dat me aanstaart en ontdek mijn romantiek in een schone lepel.