Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.
De man en vrouw naast me zijn samen uit eten. Ze zitten lekker te kletsen, te eten en te drinken. Zij heeft een speciaalbiertje, La Chouffe, hij gewoon een tapje. “Wil je er nog een?” ,vraagt een meisje uit de bediening. Hij kijkt haar aan, daarna zijn vrouw en als zij instemmend knikt draait hij zijn hoofd quasi nonchalant terug en zegt: “Ja, doe maar”.