Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.
Met haar blonde Pippi Langkous staartjes klimt ze op de zwarte draadstoel voor het raam. Haar vader bestelt een americano. “Sorry meneer, wij maken foto’s voor de website. Vind u het goed dat jullie mogelijk op de foto staan?” “Ja hoor, geen probleem”, zegt de man. “Oh trouwens, wacht even, dan veeg ik even de schmutz van haar gezicht. Staat ze er tenminste goed op.”