Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.
Stoïcijns zit ze buiten op het terras voor zich uit te staren. Ja, buiten, want wij Nederlanders zijn dol op het terras. Bij de eerste zonnestraal gaan we zitten en staan we niet meer op. En ook al waaide ze vandaag uit haar groene regenjas, heeft ze het koud en zijn haar sokken nat, er is niemand die haar tegenhoudt. Wat nou herfst? Extra warmtekacheltje aan en gaan!