Ik loop rustig door een smal steegje als er plots een snoeiharde boer klinkt. Zo eentje die je uit je tenen haalt na het opdrinken van drie blikjes goedkope Euroshopper cola. Achter een auto komt de dader tevoorschijn: een man met een tuinbroek en een blik bier in zijn handen. “Sorry, sorry, sorry. Als ik had geweten dat er iemand liep, dan had ik wel even gewacht.”
Onder haar arm hangt een groene afwasteil, terwijl ze doortastend één voor één alle laatjes opentrekt. Ik denk met weemoed aan de oud-ijzerman die vroeger door onze straat fietste om alles wat grijs was bij elkaar te scharrelen. Zelfs al was het niet kapot, laat staan oud. “Wat ga je doen?” “Mijn band plakken. En dan ga ik een rondje fietsen om te zien hoe het met de lente is.”