Ik loop rustig door een smal steegje als er plots een snoeiharde boer klinkt. Zo eentje die je uit je tenen haalt na het opdrinken van drie blikjes goedkope Euroshopper cola. Achter een auto komt de dader tevoorschijn: een man met een tuinbroek en een blik bier in zijn handen. “Sorry, sorry, sorry. Als ik had geweten dat er iemand liep, dan had ik wel even gewacht.”
De stad waar alles kan. Waar bijna niemand is geboren, maar toch iedereen zich thuis voelt. Waar je van God los kunt, zonder dat iemand je raar aankijkt als je alleen nog in een string bovenop een rondvaartboot staat. En waar mensen in de horeca als uitsmijter zijn opgeleid. Of zouden ze ruiken dat ik uit Utrecht kom.