Terwijl krakende hijskranen in het westen balletpasjes in de lucht uitvoeren, toeteren er auto’s en vrachtwagens in het oostelijk deel van de stad. Vanuit het noorden hoor ik fietsen met brullende kinderzitjes, althans de kinderen op de zitjes brullen en in het zuiden, in het zuiden klinkt de Dom. Maar hier midden op het dak, hier lijkt het stil. Zoals een stiltecoupé, niet roken, 2e klas.
Soms sta je nog slaperig onder de douche en dan raakt het je vanuit het niets. Een stroom, nee, een waterval van euforie die de douchecabine vult met het antwoord waar je op zat te wachten. Zo’n moment waarop alle puzzelstukjes voor even samenkomen. Vanochtend had ik zo’n moment, toen ik had bedacht dat ik een zachtgekookt eitje als ontbijt wilde.