Van een smeuge chocoladesoufflé met zachte warme vulling, een zomerse sappige aardbei die net geplukt is of de eerste hap van een stukje gefrituurde vis in een plastic bakje. Het eerste hapje is heilig. Dat hou je gewoon voor jezelf. Niet omdat je het een ander niet gunt, maar ja, dan had hij het zelf maar moeten bestellen. Klotemeeuw.
Onder haar arm hangt een groene afwasteil, terwijl ze doortastend één voor één alle laatjes opentrekt. Ik denk met weemoed aan de oud-ijzerman die vroeger door onze straat fietste om alles wat grijs was bij elkaar te scharrelen. Zelfs al was het niet kapot, laat staan oud. “Wat ga je doen?” “Mijn band plakken. En dan ga ik een rondje fietsen om te zien hoe het met de lente is.”