Van een smeuge chocoladesoufflé met zachte warme vulling, een zomerse sappige aardbei die net geplukt is of de eerste hap van een stukje gefrituurde vis in een plastic bakje. Het eerste hapje is heilig. Dat hou je gewoon voor jezelf. Niet omdat je het een ander niet gunt, maar ja, dan had hij het zelf maar moeten bestellen. Klotemeeuw.
Ik zit buiten op een houten bankje als naast mijn oor een zeepbel uit elkaar spat. Wanneer ik omhoog kijk zie ik honderden bellenblaasbellen, alsof er net ergens een vrachtwagen met liters zeepsop is omgevallen. Boven op het dak van een rijtjeshuis verschijnt een jongetje met bruine krullen. Hij zwaait naar me. Nu weet ik het zeker: het is eindelijk zomer.