“Weet je wat ik me afvraag?” “Nou?” “Soms zie je van die apart gevormde mensen met van die kleren en dan denk ik, waar kopen ze dat?” “Huh, wat bedoel je?” “Ja, zo’n man met een hele dikke buik met een broek die precies past bij zijn buik, maar dan wel met van die smalle pijpen eronder.” Ik kijk haar lachend aan: “Die gaan vast naar de bolle-buiken-broeken- winkel.”
Op zolder klinkt de hele ochtend al gestommel. Vuilniszakken knisperen bij het vullen, en dozen worden van de trap gegooid. Ik hoor kreten van geluk bij een nieuwe vondst. Prinses Bea of Koning Pils, het zal mijn huisgenoot een rotzorg zijn wie er jarig is. Hij heeft eindelijk een reden om een winkel met kapotte spiegels, lelijke schemerlampen en gourmetstellen zonder doos te beginnen.