“Weet je wat ik me afvraag?” “Nou?” “Soms zie je van die apart gevormde mensen met van die kleren en dan denk ik, waar kopen ze dat?” “Huh, wat bedoel je?” “Ja, zo’n man met een hele dikke buik met een broek die precies past bij zijn buik, maar dan wel met van die smalle pijpen eronder.” Ik kijk haar lachend aan: “Die gaan vast naar de bolle-buiken-broeken- winkel.”
De stad is officieel ontwaakt uit haar winterslaap. Of beter gezegd herfstslaap. De geluiden die voor lange tijd waren verborgen komen door de open deuren en ramen naar buiten: malende koffiemolens, au claire de la lune’s op piano’s en rommelende laatjes van mannen die driftig op zoek zijn naar hun zonnebril. Het enige waar mensen zich nu nog druk om maken, is of ze met zonder jas naar buiten kunnen.