Met een dreun landt ze op de stoel tegenover me. Beleefd schuif ik mijn spullen opzij, maar het lijkt er niks uit te maken. Nog voordat ze fatsoenlijk zit scheurt ze met geweld een kant-en-klare maaltijdsalade open om de groene sla met een mes te lijf gaan als een volleerde Japanse samoerai die het in zijn eentje opneemt tegen een leger uit een oude Song-dynastie.
Mannen en thee. Dat is net zoiets als vrouwen en whisky, bejaarden die aan een raketje likken, of seks met een condoom. Het bestaat wel, maar echt lekker rijmen doet het niet. Tenzij je ziek bent; dan mag je liters thee drinken. Op de bank onder een wollen dekentje, waar niemand je ziet. En dan het liefst een heerlijke kop kamillethee met honing, gember en een schijfje citroen.