Met een dreun landt ze op de stoel tegenover me. Beleefd schuif ik mijn spullen opzij, maar het lijkt er niks uit te maken. Nog voordat ze fatsoenlijk zit scheurt ze met geweld een kant-en-klare maaltijdsalade open om de groene sla met een mes te lijf gaan als een volleerde Japanse samoerai die het in zijn eentje opneemt tegen een leger uit een oude Song-dynastie.
“Gefeliciteerd!” “Waarmee?” “Je moeder is toch jarig?” “Dus?” “Nou, gefeliciteerd.” “Nou, dank je wel.” Ik heb nooit begrepen waarom mensen dat doen: iemand feliciteren met een familielid. Alsof het ook een soort van mijn feestje is. Nou, in dat geval zou ik nu samen met mijn moeder op de bar staan te dansen met shotjes Goldstrike in mijn handen en mijn broek op mijn enkels.