Met een dreun landt ze op de stoel tegenover me. Beleefd schuif ik mijn spullen opzij, maar het lijkt er niks uit te maken. Nog voordat ze fatsoenlijk zit scheurt ze met geweld een kant-en-klare maaltijdsalade open om de groene sla met een mes te lijf gaan als een volleerde Japanse samoerai die het in zijn eentje opneemt tegen een leger uit een oude Song-dynastie.
In de linkerhoek staat Jos. Jos is klein van stuk, vliegensvlug, een tikkeltje druk en vijf jaar oud. Bovendien denkt ‘ie dat hij Usain Bolt is zoals elk jongetje van vijf hoort te doen. In de rechterhoek staat Anneke, jaartje of zestig, een geruite blouse en in haar handen een bruin dienblad vol vuile koffiekopjes en schotels. Ze komen langzaam dichterbij. Ik ben benieuwd wie er wint.