Met een dreun landt ze op de stoel tegenover me. Beleefd schuif ik mijn spullen opzij, maar het lijkt er niks uit te maken. Nog voordat ze fatsoenlijk zit scheurt ze met geweld een kant-en-klare maaltijdsalade open om de groene sla met een mes te lijf gaan als een volleerde Japanse samoerai die het in zijn eentje opneemt tegen een leger uit een oude Song-dynastie.
Met haar blonde Pippi Langkous staartjes klimt ze op de zwarte draadstoel voor het raam. Haar vader bestelt een americano. “Sorry meneer, wij maken foto’s voor de website. Vind u het goed dat jullie mogelijk op de foto staan?” “Ja hoor, geen probleem”, zegt de man. “Oh trouwens, wacht even, dan veeg ik even de schmutz van haar gezicht. Staat ze er tenminste goed op.”