“Nee, dan moeten we Joost en Anna uitnodigen voor een conference call.” Met zijn telefoon nog aan zijn oor gooit hij de inhoud van zijn mandje op de lopende band. De cassière begroet hem vriendelijk en vraagt naar een Bonuskaart, maar hij negeert haar. Nadat hij heeft afgerekend, loopt hij weg zonder te groeten. Dan draait hij om. “Kan ik mijn statiegeldbonnetje nog inleveren?”
Vanuit een hoekje achter de bar komt ze stilletjes aangelopen. Voor ik het weet zit ze naast me op de bank en flirt ze met me. Haar donkerbruine ogen kijken me indringend aan. Ze zucht als ik dichterbij kom en met mijn handen door haar zachte haren ga. Ineens loopt ze weg en lonkt ze naar een ander. Zie je wel, alle katten zijn sletten.