Een siliconen keukenkwastje. Typisch zo’n ding waar je thuis minutenlang naar kijkt en je tegelijkertijd afvraagt waarom je het in hemelsnaam hebt gekocht. Superhandig natuurlijk dat ik mijn Danerolles-croissantjes op zondag kan voorzien van een mooi bruin glimmend laagje, maar voor dat ene ontbijtje op bed per jaar lukt dat vast ook wel gewoon met mijn vingers.
Vanuit een hoekje achter de bar komt ze stilletjes aangelopen. Voor ik het weet zit ze naast me op de bank en flirt ze met me. Haar donkerbruine ogen kijken me indringend aan. Ze zucht als ik dichterbij kom en met mijn handen door haar zachte haren ga. Ineens loopt ze weg en lonkt ze naar een ander. Zie je wel, alle katten zijn sletten.