Een siliconen keukenkwastje. Typisch zo’n ding waar je thuis minutenlang naar kijkt en je tegelijkertijd afvraagt waarom je het in hemelsnaam hebt gekocht. Superhandig natuurlijk dat ik mijn Danerolles-croissantjes op zondag kan voorzien van een mooi bruin glimmend laagje, maar voor dat ene ontbijtje op bed per jaar lukt dat vast ook wel gewoon met mijn vingers.
Terwijl volwassenen op het terras driftig bezig zijn met een stoelendans kruipt zij vrolijk langs op haar knietjes met een roze zonnebril op haar hoofd. Ik hoor haar denken: “Laat die mensen zich maar lekker druk maken om een plekje in het zonnetje. Ik ga zo een bord spaghetti eten dat meer op mijn kin komt dan in mijn mond, en daarna poep ik gewoon een luier vol.”