"Oh lekker, jullie gaan nasi eten!" De moeder knikt instemmend naar de cassière. Ze wonen blijkbaar bij elkaar in de straat. Haar zoontje is iets minder enthousiast en staart verveeld voor zich uit. "Zeg jij ook nog wat tegen Lotte?" Het jongetje besluit daarop geen moment te twijfelen en roept met het volume van een misthoorn 'hallo' waardoor Lotte van schrik van haar stoel afvliegt. Wat een held.
Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.