Het mooiste aan de Utrechtse binnenstad is niet het geluid van de Dom, of de oude grachtjes met af en toe een bootje. Het mooiste aan de binnenstad zijn de mensen. Die op een zonnige zondag in oktober hun binnenverblijven verlaten. Om met elkaar te wandelen, te eten, te winkelen of te lachen. Die naar buiten komen om naar elkaar te kijken. Zoals apen op een rots.
Vannacht voelde ik me weer even een puber op de middelbare school. Ouderwets een nachtje doorbeuken om een deadline te halen. Voor een werkstuk over trillende aardplaten of een so met Duitse kutzinnetjes. En dat iemand dan ‘s ochtends vraagt of je goed geleerd hebt, waarop je met stuwwallen onder je ogen antwoordt: “Mwah, heb eigenlijks niks gedaan.”