Het mooiste aan de Utrechtse binnenstad is niet het geluid van de Dom, of de oude grachtjes met af en toe een bootje. Het mooiste aan de binnenstad zijn de mensen. Die op een zonnige zondag in oktober hun binnenverblijven verlaten. Om met elkaar te wandelen, te eten, te winkelen of te lachen. Die naar buiten komen om naar elkaar te kijken. Zoals apen op een rots.
De stad is officieel ontwaakt uit haar winterslaap. Of beter gezegd herfstslaap. De geluiden die voor lange tijd waren verborgen komen door de open deuren en ramen naar buiten: malende koffiemolens, au claire de la lune’s op piano’s en rommelende laatjes van mannen die driftig op zoek zijn naar hun zonnebril. Het enige waar mensen zich nu nog druk om maken, is of ze met zonder jas naar buiten kunnen.