Ze kijkt er naar zoals alleen kleine kinderen dat kunnen. En dan bedoel ik van die hele kleine kinderen die voor het eerst iets zien, zoals een vork of bloem, om er vervolgens met grote ogen en open mond uren naar te wijzen. “Sorry meneer, maar wat is dit?” “Dat, lieve mevrouw achter de kassa, dat is een granaatappel.” “Ooooh ja. Is dat groente of fruit?”
Het oudere stelletje, de tokkiemoeder in haar strakke panterlegging, het buitenlandse jongetje dat driftig voorbij rent, de vader op zijn bakfiets, het blonde meisje met een buitenboordbeugel en de creatieve kunstacademie jongen met zijn wilde kapsel en veel te grote tekenmap. In het stadskantoor is iedereen gelijk: een burger met een bonnetje. Pling. Volgende.