Ze kijkt er naar zoals alleen kleine kinderen dat kunnen. En dan bedoel ik van die hele kleine kinderen die voor het eerst iets zien, zoals een vork of bloem, om er vervolgens met grote ogen en open mond uren naar te wijzen. “Sorry meneer, maar wat is dit?” “Dat, lieve mevrouw achter de kassa, dat is een granaatappel.” “Ooooh ja. Is dat groente of fruit?”
Vanuit een hoekje achter de bar komt ze stilletjes aangelopen. Voor ik het weet zit ze naast me op de bank en flirt ze met me. Haar donkerbruine ogen kijken me indringend aan. Ze zucht als ik dichterbij kom en met mijn handen door haar zachte haren ga. Ineens loopt ze weg en lonkt ze naar een ander. Zie je wel, alle katten zijn sletten.