Onder haar arm hangt een groene afwasteil, terwijl ze doortastend één voor één alle laatjes opentrekt. Ik denk met weemoed aan de oud-ijzerman die vroeger door onze straat fietste om alles wat grijs was bij elkaar te scharrelen. Zelfs al was het niet kapot, laat staan oud. “Wat ga je doen?” “Mijn band plakken. En dan ga ik een rondje fietsen om te zien hoe het met de lente is.”
Voor sommigen is het onlosmakelijk verbonden met romantiek: samen aan het aanrecht. De een wast, de ander droogt af. Een soort yin & yang met schuimend zeepsop. Een moment waarop flirtende blikken en handen elkaar per ongeluk kruisen. Ik zie alleen een overvol aanrecht dat me aanstaart en ontdek mijn romantiek in een schone lepel.