Toen ik hem inhaalde viel hij me nauwelijks op. Een hardloper zoals zovelen. Met fluorescerende schoenen en een microfiber-trainingsjack. Maar als ik hem later nog eens tegenkom zie ik dat hij op zijn sportbroek een keurig blauw-wit geruit overhemd draagt. Zo’n hemd dat je aandoet naar de kerk, of naar je schoonmoeder. Zo nu en dan een sportman, elke dag een gentleman.
Soms sta je nog slaperig onder de douche en dan raakt het je vanuit het niets. Een stroom, nee, een waterval van euforie die de douchecabine vult met het antwoord waar je op zat te wachten. Zo’n moment waarop alle puzzelstukjes voor even samenkomen. Vanochtend had ik zo’n moment, toen ik had bedacht dat ik een zachtgekookt eitje als ontbijt wilde.