Toen ik hem inhaalde viel hij me nauwelijks op. Een hardloper zoals zovelen. Met fluorescerende schoenen en een microfiber-trainingsjack. Maar als ik hem later nog eens tegenkom zie ik dat hij op zijn sportbroek een keurig blauw-wit geruit overhemd draagt. Zo’n hemd dat je aandoet naar de kerk, of naar je schoonmoeder. Zo nu en dan een sportman, elke dag een gentleman.
Voor sommigen is het onlosmakelijk verbonden met romantiek: samen aan het aanrecht. De een wast, de ander droogt af. Een soort yin & yang met schuimend zeepsop. Een moment waarop flirtende blikken en handen elkaar per ongeluk kruisen. Ik zie alleen een overvol aanrecht dat me aanstaart en ontdek mijn romantiek in een schone lepel.