Toen ik hem inhaalde viel hij me nauwelijks op. Een hardloper zoals zovelen. Met fluorescerende schoenen en een microfiber-trainingsjack. Maar als ik hem later nog eens tegenkom zie ik dat hij op zijn sportbroek een keurig blauw-wit geruit overhemd draagt. Zo’n hemd dat je aandoet naar de kerk, of naar je schoonmoeder. Zo nu en dan een sportman, elke dag een gentleman.
“Gefeliciteerd!” “Waarmee?” “Je moeder is toch jarig?” “Dus?” “Nou, gefeliciteerd.” “Nou, dank je wel.” Ik heb nooit begrepen waarom mensen dat doen: iemand feliciteren met een familielid. Alsof het ook een soort van mijn feestje is. Nou, in dat geval zou ik nu samen met mijn moeder op de bar staan te dansen met shotjes Goldstrike in mijn handen en mijn broek op mijn enkels.