De Europese look-a-like van James Dean stapt uit een zwarte BMW. Op het nummerbord prijkt een Zwitserse vlag. Hij pakt zijn koepeltent uit de kofferbak en begint de ene na de andere haring de grond in te slaan. Na een half uur staan alle scheerlijnen zo strak als Jules Deelder op een doordeweekse dinsdag. De tent ziet er eerder uit als een mislukte tipi met bochels.
Soms sta je nog slaperig onder de douche en dan raakt het je vanuit het niets. Een stroom, nee, een waterval van euforie die de douchecabine vult met het antwoord waar je op zat te wachten. Zo’n moment waarop alle puzzelstukjes voor even samenkomen. Vanochtend had ik zo’n moment, toen ik had bedacht dat ik een zachtgekookt eitje als ontbijt wilde.