“Help die man maar even, dan ga ik intussen even op zoek naar geld.” Een vrouw met donkerbruin haar, ik schat haar ergens achter in de zestig, reikt met haar hand diep in een handtas op zoek naar een portemonnee. Als een kind van drie graaiend in een grabbelton. “Vroeger was ik echt van pief-paf-poef hoor, maar ja je wordt ouder hè”, lacht ze. Was ik maar eerder geboren.
Soms zijn er van die dagen dat je de hele wereld aankunt. De energie vliegt vanuit je kleinste teen naar het puntje van je duim en via je oren weer naar buiten. Alsof je continu een rode peper in je reet hebt, ook al is die voor niemand zichtbaar. Gisteren was vooral niet zo’n dag. Wat voelde ik me beroerd. Een hele dag op bed gelegen. Zelfs die rode peper hielp niet.