Dat moment dat je op nieuwjaarsdag om half vijf ‘s middags wakker wordt, de gordijnen open doet en weer dicht omdat het buiten al donker wordt, je je kleren als vakkundige molshoopjes door het hele huis terugvindt en je je starend naar de bodem afvraagt waarom er maar anderhalve liter in een anderhalveliterfles ice tea zit. Dan weet je het weer: alle begin is moeilijk.
De stad is officieel ontwaakt uit haar winterslaap. Of beter gezegd herfstslaap. De geluiden die voor lange tijd waren verborgen komen door de open deuren en ramen naar buiten: malende koffiemolens, au claire de la lune’s op piano’s en rommelende laatjes van mannen die driftig op zoek zijn naar hun zonnebril. Het enige waar mensen zich nu nog druk om maken, is of ze met zonder jas naar buiten kunnen.