In de linkerhoek staat Jos. Jos is klein van stuk, vliegensvlug, een tikkeltje druk en vijf jaar oud. Bovendien denkt ‘ie dat hij Usain Bolt is zoals elk jongetje van vijf hoort te doen. In de rechterhoek staat Anneke, jaartje of zestig, een geruite blouse en in haar handen een bruin dienblad vol vuile koffiekopjes en schotels. Ze komen langzaam dichterbij. Ik ben benieuwd wie er wint.
Op zolder klinkt de hele ochtend al gestommel. Vuilniszakken knisperen bij het vullen, en dozen worden van de trap gegooid. Ik hoor kreten van geluk bij een nieuwe vondst. Prinses Bea of Koning Pils, het zal mijn huisgenoot een rotzorg zijn wie er jarig is. Hij heeft eindelijk een reden om een winkel met kapotte spiegels, lelijke schemerlampen en gourmetstellen zonder doos te beginnen.