In de linkerhoek staat Jos. Jos is klein van stuk, vliegensvlug, een tikkeltje druk en vijf jaar oud. Bovendien denkt ‘ie dat hij Usain Bolt is zoals elk jongetje van vijf hoort te doen. In de rechterhoek staat Anneke, jaartje of zestig, een geruite blouse en in haar handen een bruin dienblad vol vuile koffiekopjes en schotels. Ze komen langzaam dichterbij. Ik ben benieuwd wie er wint.
Het oudere stelletje, de tokkiemoeder in haar strakke panterlegging, het buitenlandse jongetje dat driftig voorbij rent, de vader op zijn bakfiets, het blonde meisje met een buitenboordbeugel en de creatieve kunstacademie jongen met zijn wilde kapsel en veel te grote tekenmap. In het stadskantoor is iedereen gelijk: een burger met een bonnetje. Pling. Volgende.