Voor de poort van mijn huis staat een donkerblauwe Seat waarin een paar Marrokaantjes naar foute rapmuziek zitten te luisteren. 'Nee, die Mexicaanse, die is fucking lekker zeg ik je.' Er is in de wijde omtrek geen enkel meisje te bekennen, laat staan iets exotisch, dus ze hebben het vast over de hete chickies bij hun op school. 'Je weet wel, met zo'n citroentje. Corona ofzo.'
“Neem maar gewoon wat lekkers mee, maakt niet uit wat!”, schreeuwt ze van de ene kant van de straat naar haar vriendin die op het punt staat om de Albert Heijn in te lopen. Nog voordat ze de schuifdeuren passeert, schreeuwt ze er achteraan: “Doe maar zo’n grote zak, die dure, en ik wil absoluut géén naturel, paprika of ribbelchips. OK?”