Voor de poort van mijn huis staat een donkerblauwe Seat waarin een paar Marrokaantjes naar foute rapmuziek zitten te luisteren. 'Nee, die Mexicaanse, die is fucking lekker zeg ik je.' Er is in de wijde omtrek geen enkel meisje te bekennen, laat staan iets exotisch, dus ze hebben het vast over de hete chickies bij hun op school. 'Je weet wel, met zo'n citroentje. Corona ofzo.'
De Hardebollenstraat. Ik begrijp goed dat ze deze straat ooit zo genoemd hebben, maar sinds de dames van lichte zeden hun koffers hebben gepakt komen er nog weinig harde bollen of ballen aan te pas. In plaats daarvan is het een hotspot voor nachtelijke onderonsjes tussen dronken studenten, Surinamers en zwervers. Ze kunnen het beter de Ouwehoerenstraat noemen.