Voor de poort van mijn huis staat een donkerblauwe Seat waarin een paar Marrokaantjes naar foute rapmuziek zitten te luisteren. 'Nee, die Mexicaanse, die is fucking lekker zeg ik je.' Er is in de wijde omtrek geen enkel meisje te bekennen, laat staan iets exotisch, dus ze hebben het vast over de hete chickies bij hun op school. 'Je weet wel, met zo'n citroentje. Corona ofzo.'
Toen ik vanochtend het gordijn open deed keek ik tegen een paars met groene bouwkraan aan. Zo eentje van Fisher Price, maar dan in het echie. Een oranje container, tot de nok toe gevuld, werd vanaf de straat zo over het dak van een huis getild. Alsof het inderdaad speelgoed was. Het is maar goed dat ik niet de machinist ben, want ik liet als kind toch het liefste alles vallen.