Voor de poort van mijn huis staat een donkerblauwe Seat waarin een paar Marrokaantjes naar foute rapmuziek zitten te luisteren. 'Nee, die Mexicaanse, die is fucking lekker zeg ik je.' Er is in de wijde omtrek geen enkel meisje te bekennen, laat staan iets exotisch, dus ze hebben het vast over de hete chickies bij hun op school. 'Je weet wel, met zo'n citroentje. Corona ofzo.'
Dat moment dat je op nieuwjaarsdag om half vijf ‘s middags wakker wordt, de gordijnen open doet en weer dicht omdat het buiten al donker wordt, je je kleren als vakkundige molshoopjes door het hele huis terugvindt en je je starend naar de bodem afvraagt waarom er maar anderhalve liter in een anderhalveliterfles ice tea zit. Dan weet je het weer: alle begin is moeilijk.