Voor de poort van mijn huis staat een donkerblauwe Seat waarin een paar Marrokaantjes naar foute rapmuziek zitten te luisteren. 'Nee, die Mexicaanse, die is fucking lekker zeg ik je.' Er is in de wijde omtrek geen enkel meisje te bekennen, laat staan iets exotisch, dus ze hebben het vast over de hete chickies bij hun op school. 'Je weet wel, met zo'n citroentje. Corona ofzo.'
Twee vrouwen staan naast elkaar bij de pinautomaat. De linker heeft rood lang haar en draagt een leren jas, de rechter is kort blond gekapt en draagt een fleecevest. Twintig meter verderop staan hun mannen te wachten. Hoe verschillend de vrouwen, hoe hetzelfde de mannen. Buik vooruit, handen in hun zakken, blik op oneindig en een zucht als het shopbudget van vandaag uit de automaat rolt.